Veelgestelde vragen

We hebben voor jou een lijst opgesteld met veel gestelde vragen. Hieronder vind je een overzicht per dienst: zonnepanelen, thuisbatterijen, warmtepompen én laadpalen. Neem zeker eens een kijkje om eventuele onduidelijkheden op te lossen. Aarzel niet om contact op te nemen mochten je verder toch nog vragen hebben. 

Zonnepanelen

Zonnepanelen zijn doorgaans opgebouwd uit meerdere zonnecellen. De zonnecellen zijn de kleinere vierkantjes die je op het zonnepaneel kan zien. Soms hebben zonnecellen een donkere kleur en vormen de schuin afgesneden hoekjes een ruitvorm, in dat geval spreken we over mono kristallijne zonnecellen. Zonnecellen die helemaal vierkant zijn en meestal een blauwe kleur hebben met verschillende kleurschakeringen en textuur zijn polykristallijne zonnecellen.

De zonnecellen in een zonnepaneel zijn in serie aan elkaar verbonden. De verbinding gaat meestal over de lengte van het paneel op en dan weer langs de volgende rij naar beneden.

Het rendement van zonnecellen geeft aan hoeveel energie van de zon wordt omgezet in elektriciteit. Het rendement van zonnecellen is een aantal jaar geleden flink toegenomen, en bedraagt momenteel tussen 15% en 22%. We spreken over hoge kwaliteitscellen wanneer het rendement 20% overschrijdt.

Het vermogen van een zonnepaneel wordt bepaald door het aantal zonnecellen, de afmeting en het rendement ervan. In de meeste zonnepanelen zitten 60 zonnecellen, verdeeld over 6 kolommen van 10 zonnecellen. Er bestaan echter ook zonnepanelen met 6 x 12 = 72 zonnecellen en 8 x 12 = 96 zonnecellen. Hoe meer zonnecellen er in een paneel zitten, des te meer vermogen er kan opgewekt worden. Aangezien elke zonnecel een bepaalde spanning opwekt, en de zonnecellen allemaal in serie geschakeld zijn, hangt de totale spanning van een zonnepaneel af van het aantal zonnecellen dat erin zit.

Zonnepanelen houden meer van zon dan van schaduw, maar werken ook met diffuus licht (daglicht bij bewolking) dat 60% bedraagt van de totale instraling. In eerste instantie dient uw installateur ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk panelen in de schaduw komen te staan. Verder kan er met verschillende kringen gewerkt worden om de problematiek te verkleinen. 

Wanneer een zonnecel wordt bedekt, bijvoorbeeld door bladeren, dan zal de by-pass diode ingrijpen. De stroom zal via de by-pass diode zijn weg verder zetten zodat slechts een deel van het zonnepaneel niet meer functioneert. We kunnen dit vergelijken met een soort overloop-kraantje, als de stroom ergens geblokkeerd is, dan zorgt de bypass-diode dat er een alternatieve route is voor de stroom, zodat deze toch ongehinderd kan doorstromen. Indien één zonnecel volledig bedekt is zullen alle zonnecellen van dezelfde kring onderbroken worden. Hoe meer diodes, hoe minder cellen per kring, hoe kleiner het probleem. Elke diode zorgt echter voor een spanningsval die ook een negatieve impact heeft op de uiteindelijke productie. Er zitten meestal 3 by-pass diodes in ieder zonnepaneel.

De energie geleverd door fotovoltaïsche systemen bestaat uit twee bijdragen;

 Directe zonnestraling

 Diffuse zonnestraling

 Gereflecteerde zonnestraling

Bij een onbewolkte hemel kunnen de zonnestralen rechtstreeks op het PV paneel invallen. Die rechtstreekse straling noemen we “directe zonnestraling”. Wanneer het bewolkt is en de zonnestralen niet rechtstreeks op het PV paneel invallen wordt er nog steeds elektriciteit gegenereerd, in dit geval spreken we van “diffuse straling”. In België is de energiebijdrage van de directe en diffuse zonnestraling ongeveer even belangrijk op jaarbasis.

Volgens artikel 2 §1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, is het de eigenaar van de elektriciteit op het moment van productie die recht heeft op de groenestroomcertificaten (indien van toepassing).  Indien de zonnepanelen mee worden verkocht met de woning, dan heeft de nieuwe eigenaar recht op de toekomstige groenestroomcertificaten. Indien de zonnepanelen worden meegenomen naar de nieuwe woning, dan blijft de oude eigenaar recht hebben op de certificaten.

De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Ze staat op haar hoogste punt in het zuiden. Op een schuin dak is een zonnepaneel ideaal georiënteerd naar het zuiden met een hellingshoek van 35°. Een helling tussen de 20° en de 50° geeft echter ook goede resultaten. Als oriëntatie naar het zuiden niet kan dan is zuidoosten of het zuidwesten ook een mogelijke oplossing. Een afwijking van 30% in om het even welke richting levert immers slechts een rendementsdaling van +/- 7% op. 

Op platte daken wordt dikwijls gekozen voor een oost-west opstelling. Hierdoor wordt gedurende de dag op een gelijkmatigere manier stroom geproduceerd. Door de helling van de platdakopstelling te beperken tot 10° verkleinen de schaduwzones en kan in veel gevallen een groter vermogen geplaatst worden.

De omvormer (of inverter) zet de gelijkstroom die wordt opgewekt door de zonnepanelen om naar een bruikbare wisselspanning. De meeste elektrische toestellen werken immers enkel op wisselstroom zoals dat beschikbaar is op het elektriciteitsnet. We onderscheiden drie belangrijke types van omvormers: de centrale of stringomvormer, micro-omvormers en power optimizers.

Alles wat de waarde van je woning mogelijk doet wijzigen, moet gemeld worden bij je brandverzekeraar, dat geldt dus ook voor zonnepanelen. In de meeste gevallen zullen zonnepanelen echter geen aanleiding geven tot premieverhoging. Bij een nieuwe aanvraag voor een brandverzekering bepalen veel verzekeringsondernemingen de waarde van jouw woning op basis van een vragenlijst. Sommige verzekeraars vragen of je over zonnepanelen beschikt, andere niet. Indien er niets gevraagd wordt over zonnepanelen, dan zijn die automatisch mee verzekerd en hoef je je geen zorgen te maken over een mogelijke onderverzekering.

 

Ook bij zonnecellen en zonnepanelen bestaan er verschillen in kwaliteit. Het is echter niet eenvoudig om kaf en koren van elkaar te onderscheiden. Het Duitse bedrijf TÜV is één van de koplopers op het gebied van zonne-energie en het ontwikkelen van panelen. Zij hebben een keurmerk ontwikkeld dat een aantal belangrijke punten in overweging neemt, zoals de afname van het vermogen en de veiligheid van de zonnepanelen. TÜV wordt dan ook gezien als één van de belangrijkste keurmerken voor zonnepanelen zelf, het is bijgevolg belangrijk dat u panelen kiest met dit label. De meeste zonnecellen worden in China geproduceerd, heel wat fabrikanten maken gebruik van deze zonnecellen om hun zonnepanelen in eigen fabrieken buiten China te assembleren.

Verder is de kwaliteit, kennis en ervaring van uw installateur belangrijk om een goede en betrouwbare installatie te bekomen. Met het ‘certificaat van bekwaamheid’ wil de Vlaamse overheid, samen met de andere gewesten, de opbrengst, veiligheid en levensduur van de geplaatste installatie verhogen. Kies voor een installateur met het RESCERT certificaat (Renewable Energy Systems Certification), meer informatie vindt u op www.rescert.be/nl

Ondanks het feit dat zonnecellen opgebouwd zijn uit kristallijn silicium, wat grijs is van kleur, zijn de meeste zonnecellen donkerblauw of zwart van kleur. Deze blauwe kleur wordt veroorzaakt door een antireflectielaag die op het silicium wordt aangebracht. Men tracht de reflectie te beperken omdat al het gereflecteerde licht niet wordt omgezet in elektriciteit. Uit esthetische overwegingen kiezen sommige klanten voor volledig zwarte zonnepanelen, bestaande uit een zwart frame, een zwarte ondergrond en zwarte zonnecellen. Dit is een verantwoorde keuze maar hierdoor zal te temperatuur van de panelen licht toenemen waardoor de opbrengst licht daalt. Tegenwoordig worden er ook wel zonnecellen met andere kleuren gemaakt, maar deze zijn niet algemeen verkrijgbaar en daarom ook nog veel duurder dan de blauwe of zwarte. 

De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen op een bestaand gebouw of constructie zorgen niet voor een verhoging van het KI. Dit geldt voor zover het KI van het desbetreffende goed in overeenstemming is met zijn werkelijke toestand of voor zover de panelen niet werden geïntegreerd in een nieuw opgerichte constructie. Wanneer de bevoegde ambtenaar van het Kadaster ter gelegenheid van zijn plaatsbezoek vaststelt dat aan het goed veranderingen, andere dan de plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen, werden aangebracht die niet werden aangegeven of nog niet werden verrekend in het bestaande KI, dan zal uiteraard dit KI worden herschat in toepassing van artikel 494 §1 2° WIB 92.”

Wp staat voor Wattpiek. Dit is een veelgebruikte eenheid bij fotovoltaïsche systemen om het vermogen van een zonnepaneel aan te geven. Hoe hoger het getal, hoe meer energie je er potentieel mee kan opwekken. Deze eenheid geeft het vermogen aan die een module bij de STC-condities produceert. STC staat voor Standaard Test Condities. Dit houdt het volgende in: een instraling van 1000 W/m², een celtemperatuur van 25°C, AM = 1,5 en een gedefinieerd lichtspectrum. Het aantal Wp dat tijdens deze test wordt gemeten geeft een belangrijke waarde bij het vergelijken van zonnepanelen.

Wp (Wattpiek) is niet hetzelfde als kWh (Kilowattuur). In België is de historische instraling 1080 W/m2 waardoor kWh kan berekend worden met de volgende formule: kWh = Wp x 1,08. Uiteraard zal de oriëntatie van de zonnepanelen dit getal nog beïnvloeden.

zonnepanelen Advanced Energy

Thuisbatterijen

Een thuisbatterij wordt doorgaans gecombineerd met zonnepanelen. Zonnepanelen wekken elektriciteit op wanneer er voldoende zonlicht aanwezig is. Een deel van deze stroom gebruik je in je woning, maar de stroom die je niet gebruikt die wordt naar het elektriciteitsnet gestuurd. Wanneer je over een terugdraaiende meter beschikt dan zal de opgewekte elektriciteit die je niet gebruikt teruggestuurd worden naar het net en draait je elektriciteitsmeter in terug. Je gebruikt het elektrisch net in dit geval als een onbeperkte batterij waardoor de aankoop van een thuisbatterij in de meeste gevallen geen goede investering is. Wanneer je niet over een terugdraaiende meter beschikt, kan je een batterij installeren om het overschot aan elektriciteit op te slaan. Die kan je dan gebruiken na zonsondergang of wanneer je verbruik groter is dan je zonneproductie. 

Indien je niet beschikt over een terugdraaiende teller is de installatie van een thuisbatterij zeker en vast interessant. De elektriciteit die je zonnepanelen opwekken kan je gebruiken in je huis. Echter kunnen je zonnepanelen meer elektriciteit opwekken dan jij op dat moment verbruikt. Gemiddeld gezien bedraagt het zelfverbruik ongeveer 30%. De overtollige elektriciteit die jouw zonnepanelen opwekken worden dan geleverd aan het elektriciteitsnet. Wanneer je ‘s avonds deze elektriciteit wil gebruiken zal je deze toch opnieuw moeten aankopen. 

Door te investeren in een thuisbatterij kan je een deel van het teveel aan opgewekte elektriciteit lokaal gaan opslaan om later opnieuw te gebruiken wanneer je zonnepanelen te weinig elektriciteit produceren. Zo zal je zelfverbruik toenemen én zal je minder gaan betalen aan de dure elekticiteitskosten. Tot slot kan een thuisbatterij ook goedkopere elektriciteit van het net opslaan tijdens de daluren, bijvoorbeeld ’s nachts.  

  • Het opslaan van elektriciteit
  • Vermijd hoge pieken bij verbruik en injectie (capaciteitstarief!)
  • Groter zelfverbruik en dus efficiënter
  • Lagere elektriciteitskosten 
  • Minder elektriciteitsafhankelijk 
  • Minder problemen bij een stroomonderbreking
  • Beter voor het milieu

Op thuisbatterijen die vandaag geplaatst worden zal je in de meeste gevallen 10 jaar garantie hebben. Uit onderzoek blijkt dat thuisbatterijen een gemiddelde levensduur hebben van 2.800 tot 10.000 cycli en dus 10 tot tot zelfs 20 jaar meegaan. Uiteraard hangt dit ook af van de intensiteit waarmee de batterij gebruikt wordt. 

Ja, een thuisbatterij is veilig. Een thuisbatterij zal in de meeste gevallen slechts leiden tot brandgevaar indien er sprake is van een productiefout of wanneer deze beschadigd is. Dit is niet anders dan bij andere elektrische toestellen. Bovendien mag een thuisbatterij slechts verkocht worden indien deze uitvoerig getest en gekeurd is. Indien de thuisbatterij op de juiste manier werd geproduceerd en geïnstalleerd is het risico op brand klein. Uiteraard speelt de omgeving waarin deze wordt geplaatst ook een rol. Je kan je thuisbatterij best installeren op een koele, geventileerde en droge plaats waar er geen langdurige blootstelling aan direct zonlicht mogelijk is. 

Hoeveel u uiteindelijk zal besparen op uw energiefactuur hangt af van verschillende factoren zoals: het vermogen van uw thuisbatterij, het aantal zonnepanelen, maar ook van uw huidige energieverbruik. In ieder geval kan een thuisbatterij het zelfverbruik van uw zonne-energie doen stijgen. Gemiddeld gezien bedraagt het zelfverbruik van de eigen zonne-energie ongeveer 30%, maar met een thuisbatterij kan je dit verhoogd worden tot 70%. Op die manier bespaar je gemakkelijk enkele honderden euro’s per jaar. 

Je kan ook een functionerende thuisbatterij laten installeren zonder dat je zonnepanelen hebt liggen. Echter raden we dit bij Advanced Energy af omwille van financiële redenen. Aangezien je geen zonnepanelen hebt, zal je geen zelf geproduceerde zonne-energie kunnen opslaan. Je kan de batterij in dat geval opladen wanneer de netstroom goedkoper is, bijvoorbeeld tijdens de nacht. Deze goedkoper aangekocht stroom kan nadien tijdens de piekuren gebruikt worden op momenten dat de stroom weer duurder is. Zo kan je per jaar ook besparen op je energiekosten, maar de besparing is te laag in vergelijking met de aankoopprijs van je thuisbatterij. 

Er bestaat een aparte premie voor het aankopen van een thuisbatterij, maar je kan deze ook combineren met de premie van je zonnepaneel installatie. Momenteel  krijg je in 2022 de hoogste premie, deze wordt lager in 2023 en 2024 en vanaf 2025 zijn er geen premies meer de installatie van een thuisbatterij. Meer informatie vind je terug op de website van de Vlaamse Overheid.

De kostprijs van een thuisbatterij is afhankelijk van verschillende factoren. Zo zijn er verschillende merken en types van thuisbatterijen, het type omvormer (retrofit of hybride), monofase of driefasig, maar vooral de opslagcapaciteit zal een invloed hebben op de uiteindelijke prijs. 

Vraag vrijblijvend een offerte op maat aan en ontdek hoe Advanced Energy ook jou kan verder helpen.

Vandaag de dag gaat de capaciteit van 3 kWh tot 14 kWh. Wat jij in jouw situatie nodig hebt hangt enerzijds af van de grootte van uw zonnepaneel installatie en anderzijds van uw verbruik. Het is aangeraden om een batterij van 1 tot 1.5 kWh per KwP van de zonnepanelen te installeren. Indien je dus een zonnepaneleninstallatie van 4 kWp hebt, is het dus goed om een thuisbatterij met een capaciteit van 4 tot 6 kWh te hebben. Anderzijds is ook je elektriciteitsverbruik een belangrijke factor. Indien jij vooral ‘s avonds elektriciteit verbruikt heb je een grotere thuisbatterij nodig zodat je meer van je eigen elektriciteit kan verbruiken wanneer de zon niet schijnt. 

Je kan je thuisbatterij best binnen plaatsen en dat in een koele, droge ruimte waarbij de batterij niet langdurig in direct contact komt met de zon. Daarom raden wij vaak aan om deze in je garage of berging te plaatsen. Verder is het ook handig als je de thuisbatterij niet te ver plaatst van de omvormer. 

Indien je al zonnepanelen hebt op het moment dat je de thuisbatterij laat installeren zal je nog een extra omvormer moeten aanschaffen gezien die van de zonnepanelen niet geschikt is voor een thuisbatterij. Als je je zonnepanelen en je thuisbatterij op hetzelfde moment laat installeren dan kan er gebruik gemaakt worden van een hybride omvormer die wel voor beiden geschikt is. 

Warmtepompen

Om te verwarmen onttrekt een warmtepomp warmte-energie aan de lucht en geeft die warmte af in de woning. Bij een airconditioning wordt de werking van de warmtepomp omgekeerd. Tijdens het koelen onttrekt het systeem de warmte in de woning, de verdamper doet dan dienst als condensor die de warmte van de woning via de buitenunit afgeeft aan de omgeving. Een warmtepomp die ook kan koelen, noemen we een omkeerbare warmtepomp.

Er zijn vijf belangrijke groepen waarin we warmtepompen kunnen indelen. De werking van deze warmtepompen berust op dezelfde natuurkundige principes, enkel de bron waaruit de warmte wordt onttrokken en afgegeven is verschillend. We maken een onderscheid tussen lucht-lucht, lucht-water, grond-water, water-water warmtepompen en warmtepompboilers.

Lucht/lucht-warmtepompen bestaan uit een binnen- en een buitenunit en koelen en/of verwarmen uw woning met energie uit de lucht en slechts 20% elektriciteit. Door gebruik te maken van de nieuwste technologieën en R-32 koelmiddel zijn deze toestellen een uitzonderlijk energie-efficiënte manier om het hele jaar door de perfecte temperatuur te bereiken. Je kan de werking van deze toestellen vergelijken met deze van een airco alleen kan de lucht ook verwarmd worden. Lucht-lucht warmtepompen zijn uitermate geschikt in nieuwbouw als extra verwarming/koeling of indien u het comfort in uw woning wenst te verhogen zonder een grote en dure renovatie uit te voeren. Lucht-Lucht warmtepompen kunnen gebruikt worden als aanvulling van uw CV-ketel of zelfs als vervanging, maar biedt geen oplossing voor sanitair warm water.

Een lucht-water warmtepomp wordt gebruikt om warm water voor je centrale verwarming of sanitair water op een energiezuinige manier te produceren door warmte uit de lucht te gebruiken. Deze systemen kunnen de gewenste temperaturen behalen tot een buitentemperatuur van -15°C. Wil je een bestaande verwarmingsketel vervangen door een energiezuinige oplossing dan is een lucht-water warmtepomp een zeer goede oplossing. Indien je ketel nog goed functioneert dan kan je opteren om een hybride opstelling te bouwen waarbij de lucht-water warmtepomp gedurende 80 tot 95% van de tijd zal instaan voor je verwarming, enkel bij extreme koude zal je oude Cv-installatie bijspringen. Om te genieten van voldoende warmte is het belangrijk dat je woning voldoende geïsoleerd is en dat je beschikt over vloerverwarming en/of over gedimensioneerde radiatoren. Een combinatie met lucht-lucht warmtepomp is uiteraard ook een mogelijkheid om een aantal ruimten waar geen vloerverwarming beschikbaar is op een energievriendelijke manier te verwarmen.

Niet echt. Oude warmtepompen maken meer lawaai dan moderne toestellen. De gebruikte binnen-units hebben een geluidsniveau van 19 Db(A) tot 23 Db(A) waardoor je in de zomer met het raam dicht kan slapen zonder geluidshinder (het geluidsniveau in een rustige kamer bedraagt 40 dB(A)). Het is belangrijk om kleine dB(A) verschillen correct te beoordelen, een stijging met 3DB(A) betekent een verdubbeling van het geluidsniveau.

Een warmtepomp is een investering waar je zolang mogelijk wil van genieten. Om de levensduur in het juiste perspectief te plaatsen kunnen we best de vergelijking maken met een wagen maken. Er zijn verschillende kwaliteiten op de markt beschikbaar en de levensduur wordt eveneens bepaald door het aantal gereden kilometers en het correcte onderhoud. Voor warmtepompen zal eveneens de combinatie van merk, installateur, onderhoud en gekozen technologie bepalend zijn voor de levensduur. Voor een warmtepomp wordt de theoretische levensduur vastgelegd op 15 jaar. In de praktijk zien we echter dat ze vaak langer dan 20 jaar functioneren. Het meest gevoelige onderdeel van een warmtepomp is de compressor. Een compressor met traploze regeling zal minder moeten starten en stoppen waardoor er minder slijtage optreedt. Bovendien kan een periodiek onderhoud de levensduur van uw installatie gevoelig verhogen.

Indien we enkel ecologische overwegingen nemen dan kunnen beiden best naast elkaar geplaatst worden, hierdoor zal het energieverbruik tot een minimum beperkt worden. Wanneer je ook het economisch aspect mee in rekening brengt dan biedt een warmtepomp een betere oplossing. Een warmtepomp kan immers gedurende de winter en zomer instaan voor de opwarming van je woning en sanitair water, een zonneboiler kan dit slecht gedeeltelijk en niet gedurende een volledig jaar.

Nog niet lang geleden zouden we trachten een keuze te maken op basis jouw persoonlijke situatie en deze van je woning. Na de recent ontstane problematiek van gasleveringen uit Rusland wordt meer en meer duidelijk dat we moeten afzien van zoveel mogelijk oplossingen die fossiele brandstoffen als basis hebben. Een goed stappenplan waarbij er wordt ingezet op groene oplossingen, verschillende technieken en waar het project in verschillende fases wordt uitgevoerd (budgettaire spreiding) zijn het antwoord op een duurzame investering in uw comfort.

De meeste lucht-lucht en lucht-water warmtepompen bestaan uit 2 belangrijke onderdelen, een binnenunit en een buitenunit. De buitenunit haalt warmte uit de lucht en de binnenunit blaast de verwarmde lucht in de kamers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een single- of multi split systeem, het verschil tussen beide systemen is dus de hoeveelheid binnenunits. Bij een single split wordt één kamer verwarmd en is het systeem opgebouwd uit één binnenunit en één buitenunit. Bij een multi split kan je met één buitenunit tot vijf verschillende binnenunits aansluiten die elk onafhankelijk van elkaar bediend kunnen worden waardoor de energiekost eveneens zal dalen.

Bij een warmtepomp is geen schouw noodzakelijk gezien een wartempomp geen vebrandingsgassen afgeeft. Een warmtepomp gebruikt enkel elektriciteit en stoot geen schadelijke stoffen uit.

De COP (Coefficient Of Performance) geeft het rendement van een warmtepomp weer onder internationaal afgesproken condities en geeft bijgevolg een goede basis om verschillende oplossingen te gaan vergelijken. In realiteit zijn er echter veel temperatuurschommelingen aan de energiebron waardoor de COP tijdens de winter niet gelijk is aan deze in de zomer. Om een betere vergelijking te maken is de regio waarin u woont eveneens belangrijk. Daarom werd de SPF (SeizoensPrestatieFactor) of SCOP (Seasonal COP) in het leven geroepen. Dit cijfer bekijkt het gemiddelde rendement over volledig jaar. 

Op een zachte lentedag zit er meer energie (warmte) in de buitenlucht en zal de seizoensprestatiefactor van een lucht-lucht warmtepomp beter zijn dan op een ijskoude winterdag. De SPF/SCOP verschilt per regio en zal in het zuiden van Spanje niet gelijk zijn aan deze in België. Voor België kijk je best naar de SCOP voor een gemiddeld klimaat.

De warmte die een warmtepomp onttrekt uit de lucht wordt via een koelvloeistof of koelmiddel getransporteerd. Deze vloeistof werd speciaal ontwikkeld voor het transporteren van warmte. Vandaag maken de meeste warmtepompen gebruik van het R-32, een  koelmiddel dat minder schadelijk is voor het milieu. R-32 vervangt het vroegere koelmiddel R-410A en heeft een GWP-waarde (Global Warming Potential) dat 3 keer lager is dan deze van R-410A. Behalve milieuvriendelijker is R-32 ook tien procent efficiënter dan R-410A en kan het betere prestaties voorleggen bij extreme buitentemperaturen.

Via warmtepompen en airconditioning wordt de luchttemperatuur in binnenruimtes gereguleerd.  Een airconditioning of warmtepomp is in principe niet ongezond, het is voor ouderen en zieken zelfs nuttig en aangewezen om de nadelen van de hitte te beperken en een goede nachtrust te bevorderen. Het is wel belangrijk dat u het onderhoud op uw toestellen laat uitvoeren zodat o.a. de luchtfilters gereinigd worden. Anders kunnen stof en bacteriën in het rond geblazen worden. Probeer de temperatuurverschillen tussen buiten en binnen niet te groot te maken, het zijn vooral temperatuurschommelingen die klachten aan de luchtwegen veroorzaken, meer dan 7 °C verschil kan zorgen voor een verstopte neus, hoofdpijn, keelpijn of stemproblemen.

De werking van een warmtepomp met koudemiddel is vergelijkbaar met die van een koelkast. De ontwikkeling ervan startte in het begin van de 20e eeuw. Tijdens de energiecrisis rond 1970 werd de warmtepomp gezien als een mogelijke oplossing om goedkoper en minder afhankelijk van fossiele brandstof te verwarmen. Toen de energieprijzen rond 1985 sterk daalden was er meteen minder interesse in deze technologie en werden heel wat onderzoeken wereldwijd stopgezet. Gezien Zweden niet over eigen gasvelden beschikt en een gasnetwerk moeilijk aan te leggen was in de rotsachtige bodem, werd gekozen om onafhankelijk te zijn van geïmporteerde fossiele energiebronnen en vooral in te zetten op de ontwikkeling van duurzame energie. Er werd fors geïnvesteerd in waterkrachtcentrales, windenergie en kerncentrales. Voor verwarming werd ingezet op warmtenetten en warmtepompen. Ondanks het feit dat Zweden dichter bij de poolcirkel ligt en zeer koude temperaturen kent, wordt een warmtepomp in meer dan 60% van de eengezinswoningen succesvol toegepast. Zweden werd door dit progressieve beleid wereldwijd koploper op het gebied van warmtepompen. 

De meeste lucht-lucht en lucht-water warmtepompen bestaan uit 2 belangrijke onderdelen, een binnenunit en een buitenunit. De buitenunit haalt warmte uit de lucht en de binnenunit blaast de verwarmde lucht in de kamers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een single- of multi split systeem, het verschil tussen beide systemen is dus de hoeveelheid binnenunits. Bij een single split wordt één kamer verwarmd en is het systeem opgebouwd uit één binnenunit en één buitenunit. Bij een multisplit kan je met één buitenunit tot vijf verschillende binnenunits aansluiten die elke onafhankelijk van elkaar warmte kunnen bediend worden waardoor de energiekost eveneens zal dalen. Beide oplossingen zijn geschikt om aan een bestaande installatie toe te voegen zodat je de bestaande installatie op een lage temperatuur kan zetten en kunt bijverwarmen waar en wanneer u dat wil.

De COP (Coefficient Of Performance) geeft het rendement van een warmtepomp weer onder internationaal afgesproken condities en geeft bijgevolg een goede basis om verschillende oplossingen te gaan vergelijken. In realiteit zijn er echter veel temperatuurschommelingen aan de energiebron waardoor de COP tijdens de winter niet gelijk is aan deze in de zomer. Om een betere vergelijking te maken is de regio waarin u woont eveneens belangrijk, daarom werd de SPF (SeizoensPrestatieFactor) of SCOP (Seasonal COP) in het leven geroepen. Dit cijfer bekijkt het gemiddelde rendement over het  volledig jaar.

Op een zachte lentedag zit er meer energie (warmte) in de buitenlucht en zal de seizoensprestatiefactor van een lucht-lucht warmtepomp beter zijn dan op een ijskoude winterdag. De SPF/SCOP verschilt per regio en zal in het zuiden van Spanje niet gelijk zijn aan deze in België. Voor België kijk je best naar de SCOP voor een gemiddeld klimaat.

Bij een monoblock lucht-water warmtepomp zit de condensor en de verdamper in de buitenunit. Dit betekent dat de leidingen die van buiten naar binnen gaan gevuld zijn met water. Deze oplossing wordt ook veel toegepast in de zogenaamde koude klimaat landen. Omdat het monoblock in de winter volop draait voor verwarming is de kans op bevriezing van het cv water buiten immers bijzonder klein. In regio’s waar de stroomtoevoer niet gegarandeerd is kan best geopteerd worden voor een Split oplossing waar de buitenleiding gevuld zijn met een koude bestendig koelmiddel. Split-units zijn compacter en goedkoper, maar de monoblock heeft weer een beter rendement. Monoblock oplossingen kunnen gebruikt worden in full electric, electric ready of in hybride oplossing waarbij u de bestaande CV-ketel behoud om bij te verwarmen wanneer nodig en voor de verwarming van uw sanitair water. In de toekomst zal deze oplossing wellicht aan populariteit winnen gezien het gebruik van ander koelmiddelen een temperatuur van 70°C mogelijk maakt, ook gedurende de winterperiode.

Laadpalen

Een laadpaal installeren bij uw woning of bedrijf is toegestaan en u heeft hier ook geen voor vergunning nodig. Indien er gemeentegrond tussen uw eigen parkeerplaats en uw woning ligt, dan moet u wel een vergunning aanvragen en kan u verplicht worden om uw eigen laadpaal beschikbaar te stellen voor openbaar gebruik. In dit geval dient u een laadpaal met slimme functies te installeren zodat u het verbruik door derden efficiënt kan aanrekenen. 

Met een slimme laadkabel kan u bijladen waar u maar wil, u hoeft niets te installeren. Een slimme laadkabel kan aangesloten worden op een gewoon stopcontact en is net zoals een intelligente laadpaal verbonden met het internet. Zo weet je hoeveel elektriciteit nodig is om je wagen vol te laden en kan je eenvoudig een periodieke onkostennota opstellen voor je werkgever.

Wanneer je de elektrische wagen oplaadt zal je merken dat de kosten hiervoor niet altijd gelijk zijn. De verschillen zijn in grote mate toe te wijzen aan twee belangrijke factoren, de eigenaar van het laadstation en het connectietarief. 

Elke laadstation heeft een eigenaar en die kan zelf een laadtarief instellen voor zijn/haar laadstation. Hierdoor kunnen de kosten voor elektriciteit die gebruikt werd voor het laden van je wagen verschillen van laadstation tot laadstation. Indien u zelf een laadpaal installeert dan betaalt u uiteraard het elektriciteitstarief zoals u dat voor alle andere elektrische toestellenverbruik betaalt.

Op veel plaatsen betaalt u aan het einde van uw laadbeurt ook een bedrag voor de tijd dat uw wagen gekoppeld is aan de laadpaal zonder dat u effectief energie verbruikt. Dit tarief wordt het connectietarief genoemd. Dit connectietarief wordt aangerekend omdat er een beperkt aantal publieke laadpalen beschikbaar zijn die maximaal ter beschikking moeten gesteld worden voor elektrische wagens die dienen opgeladen te worden. Sommige leveranciers rekenen dit tarief niet aan gedurende de avond en de nacht.

Je kan je elektrische wagen op 4 verschillende manieren opladen.

Mode 1: Is laden met een gewoon stopcontact (220V, max 10A) zonder begrenzing en zonder beveiliging! Voor auto’s wordt mode 1 eigenlijk niet gebruikt.

Mode 2: Betreft laden met een vaste stroombegrenzer. Dit gebeurt meestal aan een gewoon stopcontact of via een laadpaal waarbij er in de kabel een stroombeperker werd ingebouwd. Meestal is deze methode beperkt tot 10A waardoor het laden erg lang duurt.

Mode 3: Tijdens dit gecontroleerd laadproces vindt communicatie plaats tussen de auto en de laadpaal alvorens het laadproces zal opstarten. Dit is de meest gebruikte methode voor AC laadpalen. Een mode 3 oplaadpunt kan veel meer stroom leveren (400V/16A (11kW), 400V/32A (22kW) of soms zelfs 64A leveren (44kW)) waardoor de wagen sneller zal opladen.

Mode 4: Mode 4 is DC-laden of snelladen, hierbij wordt de laadpaal direct gekoppeld aan de batterij zonder gebruikt te maken van de convertor in de wagen, de laadpaal zal zelf het volledige laadproces bepalen. 

Wanneer u elektrisch gaat rijden is het belangrijk dat u tijdig een beschikbare laadpaal vindt waarop u zich kan connecteren. Op dit moment worden er in heel Europa nieuwe publieke laadpalen geplaatst die meedoen aan de zogenaamde interoperabiliteit waardoor u bij verschillende uitbaters terecht kan voor het opladen.

Door de verplichte volgorde van handelingen zijn de meeste risico’s bij het gebruik van een laadpaal uitgesloten. Je dient eerst de kabel op je auto aan te sluiten en daarna op de laadpaal. Wanneer de laadpaal de code van je e-laadpas herkent dan ontgrendeld het stopcontact en kan je de stekker aansluiten. De stekker wordt vervolgens vergrendeld waardoor het laden kan starten. Wanneer de connectie onderbroken wordt kan u pas opnieuw laden nadat u de code opnieuw heeft ingegeven. Hierdoor is diefstal van energie niet mogelijk. Let er steeds op dat de kabel tussen de wagen en de laadpaal correct is aangesloten.

De kostprijs is niet overal hetzelfde en wordt bepaald door het prijsbeleid van de verschillende providers. De prijs van uw laadbeurt wordt opgebouwd uit de energieprijs en het roamingtarief. Bij roaming werken verschillende operatoren samen zodat je ook gebruik kan maken van andere laadpaal netwerken, hiervoor wordt een roaming toeslag aangerekend.

Om toegang te krijgen tot een publieke laadpaal heeft u een betaal/ toegangsmiddel nodig zodat het stroomverbruik kan aangerekend worden. Naargelang de uitbater van de laadpalen kan u inloggen met een laadkaart (RFID-kaart) of smartphone apps waardoor de kosten worden aangerekend volgens uw opgeslagen betaalwijze (bv. domiciliëring, PayPal of kredietkaart). Bij wijze van alternatief kunt u ook de ‘ad hoc’-betaaloptie gebruiken en de CPO (Charge point Operator) rechtstreeks betalen met een kredietkaart. Om het laadproces nog eenvoudiger te maken worden voertuigen uitgerust met Plug & Charge. U hoeft dan alleen maar de laadkabel van de EV aan een oplaadpunt te koppelen en de auto begint met opladen. Door gebruik te maken van crypto grafische tools wordt de communicatie van het voertuig en de persoonlijke informatie van de bestuurder beveiligd.  

Een elektrische wagen is een duurzame en ecologische keuze, het doet echter het verbruik van uw woning of kantoorgebouw aanzienlijk toenemen. Wanneer u problemen met overbelasting van uw eigen elektriciteitsbord wil voorkomen wanneer u de batterij van uw wagen oplaadt dan is een slimme laadpaal met Dynamic Load Balancing de juiste keuze. Via Dynamic Load Balancing gaat uw laadpaal voortdurend het verbruik aanpassen zodat het maximaal vermogen niet wordt overschreden en dus geen risico op overbelasting ontstaat. Wanneer u veel stroom verbruikt in uw woning dan zorgt Dynamic Load Balancing ervoor dat uw laadpaal minder stroom verbruikt door het opladen te vertragen of zelfs stop te zetten. Omgekeerd zorgt deze technologie ervoor dat uw wagen op de snelst mogelijke manier wordt opgeladen door steeds het maximaal beschikbaar vermogen te gebruiken voor het opladen van uw wagen. Via Dynamic Load Balancing is het mogelijk om 2 wagens gelijktijdig op te laden en een bepaalde prioriteit toe te kennen. Tot slot zal door gebruik te maken van een laadpaal met Dynamic Load Balancing het niet altijd noodzakelijk zijn om uw meterkast te laten verzwaren.

DC staat voor Direct Current of gelijkstroom. Gelijkstroom is essentieel voor de werking van vrijwel alle elektronica. Om een auto op te laden is een transformator nodig die de wisselstroom (AC) omzet naar gelijkstroom (DC). Bij AC-laders wordt de AC-stroom omgezet naar DC door de convertor die in de elektrische auto aanwezig is. Bij DC-laders wordt de convertor in de wagen niet gebruikt en wordt de stroom rechtstreeks op de batterij van de wagen aangesloten. Het laden op DC moet zorgvuldig gebeuren om onomkeerbare schade aan de batterij te voorkomen. Hierdoor zijn DC laders veel complexer en bijgevolg veel duurder dan AC-laders. DC-laders zijn groter en sneller dan AC-laders. Hoe snel je auto oplaadt blijft echter afhankelijk van het type wagen en het vermogen van het oplaadpunt.

AC staat voor Alternating Current of wisselstroom. Dit is de wisselstroom die wij normaal gebruiken in huis. Voor normaal gebruik (=langzaam laden) is het bestaande elektrische net waarover u thuis of op kantoor beschikt voldoende voor het laden van je wagen. Hiermee kunnen we oplaadsystemen plaatsen van 2,3 kW tot 22 kW en soms zelf tot 43 kW. Bij elektrische voertuigen is de convertor (omzetter van AC naar DC) ingebouwd in de auto zodat de omzetting niet door de laadpaal dient te gebeuren. De lage vermogens kunnen gekoppeld worden aan een standaard stekker en zijn interessant voor plug-in hybride of voor onderweg. De grotere vermogens zijn laadpalen die een wagen met een accu van 20kW (gemiddelde auto) binnen 25 minuten voor 80% kunnen opladen. Op dit moment en wellicht ook in de toekomst zal de AC oplossing voor het laden van elektrische wagens de meest gekozen oplossing blijven. DC oplossingen zijn veel duurder in aanschaf en vinden vooral hun toepassing in snelladers.

Het maximaal vermogen van uw laadstation is afhankelijk van de aansluiting die u in uw meterkast heeft. Indien u over 1-fase beschikt kan u geen 3-fasen laadpaal installeren. Een 1-fase laadpaal plaatsen wanneer u beschikt over 3-fasen is wel mogelijk. Het laadvermogen van een 3-fase laadpaal is hoger dan dat van een 1-fase laadpaal waardoor uw wagen sneller zal opladen. 

Een 1-fase laadstation werkt op 230V en kan een vermogen van 16A of 32A leveren per kring. Het maximale laadvermogen via 1-Fase bedraagt 7,4 kW (32A)

Een 3-fasen laadpaal is verstandig indien uw auto geschikt is om op te laden met een 3-fasen laadstation, dit zal uw laadtijd immers aanzienlijk doen dalen. Indien 3-fasen niet aanwezig zijn op uw adres dan kan dit waarschijnlijk aangepast worden via uw netbeheerder. U dient er wel rekening mee te houden dat het contract met uw netbeheerder hierdoor duurder zal worden. Een 3-fasen laadpaal maakt gebruik van 3x 220/230V of 380/400V waardoor een 3-fasig laadstation thuis kan laden met een vermogen van 22kW.

Er zijn momenteel 5 belangrijke typen auto’s die geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden. We verdelen deze onder in twee categorieën: auto’s die enkel elektrisch rijden en auto’s die rijden met behulp van een verbrandingsmotor. 

Enerzijds heb je de volledig elektrische auto en de wagen met een range extender. Beide rijden volledig elektrisch, maar wagens met een range extender zijn ook voorzien van een verbrandingsmotor die geen mechanische verbinding heeft met de wielen. De auto wordt dus altijd met de elektromotor aangedreven waarbij de batterijen worden opgeladen via de verbrandingsmotor.

Anderzijds zijn er de hybride voertuigen. Zo heb je de Plug-in hybrid die beschikt over zowel een verbrandingsmotor als een batterij die via een stopcontact of laadpaal kan opgeladen worden en die geschikt is om elektrisch een beperkte afstand te rijden. Wanneer de batterij is opgebruikt of bij hogere snelheden wordt de verbrandingsmotor ingeschakeld. Verder heb je ook nog de Full hbyrid die voornamelijk rijdt op de brandstofmotor. Het is bij deze voertuigen mogelijk om zeer kleine afstanden en met geringe snelheid (stadsverkeer) volledig elektrisch te rijden. Tot slot is er ook nog  de Mild Hybrid die altijd rijdt op de brandstofmotor.De elektromotor ondersteunt de wagen bij het accelereren of bij het oprijden van hellingen.

Wanneer je van job veranderd hangt het ervan af wie de installatie van de laadpaal heeft gefinancierd. Indien jij de installatie zelf hebt betaald kan uw werkgever u een vergoeding betalen voor het gebruik ervan. Verlaat u in dit geval het bedrijf, dan zal die vergoeding ophouden en gebeurt er verder niets. Maar als uw werkgever instaat voor de installatie en de kosten van uw laadpaal, dan zullen de afgesproken spelregels in de car policy van het bedrijf vastgelegd zijn. Zo is het mogelijk om de laadpaal over te kopen tegen de restwaarde. 

Jijzelf beslist of je een laadpaal wil laten installeren in de (ondergrondse) garage van uw appartementsgebouw. Je dient je hiervoor niet om toestemming te vragen bij de syndicus, maar het moet wel gemeld worden. Binnen de twee maanden nadat ze de brief ontvangen hebben, kunnen de mede-eigenaars wel verzet aantekenen, maar dit enkel op grond van een rechtmatig belang. 

Wij geloven wel in het feit dat het interessanter is om een gemeenschappelijke installatie aan te sluiten. Zo kan iedereen op termijn aansluiten indien gewenst. Deze gemeenschappelijke installatie kan er komen indien de mede-eigenaars een meerderheid bekomen van twee derde. Zo bespaar je samen een hele hoop kosten die je anders alleen draagt. 

Logo Advanced Energy met tekst in het wit

 

Uw partner in Zonnepanelen, Thuisbatterijen, Warmtepompen, Airco’s en Laadpalen.